– ook vertaald als good governance – begint bij persoonlijk leiderschap. Recht doen aan jezelf als persoon, vanuit jouw uniciteit, jouw kwaliteiten, jouw vaardigheden en je verbondenheid met je directe omgeving. Maar zeker ook vanuit jouw idealen en verlangens, dat is waar het begint en kan groeien. In eenieder zit vaak een groot potentieel, mits ontdekt, gekoesterd en gestimuleerd.

Je zelf ontwikkelen vergt energie en inzet en kan soms confronterend zijn. Benodigde ingrediënten zijn: focus, daadkracht, doorzettingsvermogen, oprechte aandacht en vooral ook tijd willen en kunnen investeren.

Het is niet specifiek de kennis, maar de kunde en vaardigheid die essentieel is. Het gaat hierbij niet over ego’s, maar over het gewenste resultaat, het belang van het team, oftewel het collectieve doel. Een ‘verbindend leider’ werkt voortdurend aan zijn of haar eigen ontwikkeling en stimuleert ook anderen hierin. Zo’n leider ontwikkelt allereerst zijn eigen ‘antenne’, waarmee hij voortdurend opvangt wat écht belangrijk is voor verdere ontwikkeling van een medewerker en/of het team, in het zicht van de te behalen organisatiedoelstellingen.